Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [1]Ook heden is mijn [2]klacht [3]wederspannigheid; [4]mijn plage is [5]zwaar boven mijn zuchten. 1. Te weten, na zoveel verdedigingen, die ik tot bewijs van mijn onschuld en oprechtheid voor dezen gedaan heb. Of men kan deze woorden vraagsgewijze nemen: Zal ook heden mijn klacht wederspannigheid zijn? 2. Te weten, die ik doe over mijn grote ellende. 3. Dat is, zij wordt voor wederspannigheid tegen God gehouden. Dit zegt Job, omdat zijn verantwoordingen daarvoor van zijn vrienden veroordeeld werden. Vergelijk boven, hfdst.4 vs.5, en hfdst.5 vs.1, en hfdst.8 vs.2,3, en hfdst.11 vs.2,3, en hfdst.15 vs.4, en hfdst.22 vs.4,5. 4. Hebreeuws, mijn hand; dat is, de hand Gods, waarmede ik alsnu geplaagd en geslagen word; want de hand Gods is voor Gods straf genomen, die ook Jobs hand en straf genaamd wordt, omdat hij ze dragen en lijden moest; zie boven, hfdst.13 vs.21, en de aantekening. 5. Dat is, zwaarder dan ik met mijn zuchten en klachten uitdrukken kan. Alzo in het Hebreeuwse woord hal ook gebruikt Ps.89:8.